Accountants en hun algemene voorwaarden

|
Auteur:
2 min
Vanaf 1 januari 2012 zijn de regels voor het overeenkomen van de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden voor dienstverleners gewijzigd. Door deze wetswijziging kunnen dienstverleners voortaan hun algemene voorwaarden ook ter beschikking stellen door te verwijzen naar een website, ongeacht of de betreffende overeenkomst “online” of “offline” tot stand is gekomen.

De wetswijziging per 1 januari 2012 zat al een tijdje in de pijplijn. De wetgever heeft al vanaf december 2009 getracht vorm te geven aan een nieuwe regelgeving aangaande het overeenkomen van toepasselijkheid van de algemene voorwaarden.

Zowel binnen het ministerie als vanuit het werkveld is er de afgelopen tijd (hopelijk) goed nagedacht over de voorgestelde wetswijziging. Feit is, dat artikel 6:234 BW nieuw is ingericht en per 1 januari 2012 zal dit artikel – lid 1 – dan ook luiden:

“De gebruiker heeft aan de wederpartij de in artikel 233 onder b bedoelde mogelijkheid geboden, indien hij de algemene voorwaarden voor of bij het sluiten van de overeenkomst aan de wederpartij ter hand heeft gesteld, de voorwaarden overeenkomstig de in artikel 230c voorziene wijze heeft verstrekt of, indien dit redelijkerwijs niet mogelijk is, voor de totstandkoming van de overeenkomst aan de wederpartij bekend heeft gemaakt dat de voorwaarden bij hem ter inzage liggen of bij een door hem opgegeven Kamer van Koophandel en Fabrieken of een griffie van een gerecht zijn gedeponeerd alsmede dat zij op verzoek zullen worden toegezonden.”

Uitdrukkelijk wordt de link gelegd met artikel 6:230c BW waarin vier mogelijkheden staan genoemd voor dienstverleners om informatie ter beschikking te stellen. Één van die vier mogelijkheden is dat de betreffende informatie “voor de afnemer gemakkelijk elektronisch toegankelijk is op een door de dienstverrichter medegedeeld adres”. Met andere woorden, zowel bij online als bij offline contracteren mag een dienstverlener in de zin van artikel 6:230b BW de door hem gehanteerde algemene voorwaarden ter beschikking stellen door te verwijzen naar zijn website waar die voorwaarden gemakkelijk te vinden zijn.

In een digitale omgeving worden algemene voorwaarden doorgaans gebruikt of kenbaar gemaakt door bijvoorbeeld een verwijzing op een webpagina of een hyperlink of door verwijzing, al dan niet door-middel van een hyperlink, in een e-mail. Voorwaarden kunnen ook langs de elektronische weg (per e-mail) worden gestuurd, al dan niet op verzoek van de klant. De website kan ook technische mogelijkheden bieden om de voorwaarden in te zien, te aanvaarden of bijvoorbeeld door een scherm aan te vinken, deze op te slaan, te printen of te archiveren.

De heersende leer is nog steeds dat wanneer dienstverleners naar hun online algemene voorwaarden verwijzen, er in ieder geval voor gezorgd moet worden dat deze duidelijk herkenbaar en op een prominente plaats op de website staan en niet alleen op bijvoorbeeld de startpagina. Ook dienen de algemene voorwaarden op een plek op de site te staan waar de klant via stappen die nodig zijn voor het sluiten van de overeenkomst, wordt geleid.

In de praktijk is echter de hyperlink vaak juist verstopt onderaan de pagina waar ook de auteursrechtelijke aanduiding voor de website en privacyrichtlijnen vermeld staan. Doe dat dus niet. Zorg verder ook dat uw algemene voorwaarden zijn aangeduid als “algemene voorwaarden” en bijvoorkeur niet als “terms of use”, “disclaimer” of “gebruiksvoorwaarden”. Het beste is om een duidelijke link of button te gebruiken met de benaming “algemene voorwaarden” en deze algemene voorwaarden dienen downloadbaar en uitprintbaar te zijn in een voor mensen leesbare taal.

De vraag is echter of de praktijk niet weerbarstiger is dan de theorie, zoals zo vaak het geval is. Is het verstandig om voortaan de algemene voorwaarden niet langer op papier aan de klant te overhandigen en slechts te verwijzen naar de website? Velen wagen dat te betwijfelen. Vooralsnog zal mijn advies aan een dienstverlener zijn om de algemene voorwaarden bij een offline contract nog steeds op papier mee te geven, het liefst bewijsbaar c.q. aantoonbaar. Het is immers nog steeds niet duidelijk hoe in de praktijk met deze wetgeving wordt omgegaan, althans hoe rechters dit in de praktijk zullen uitleggen. De definitie van dienstverlener roept al vragen op en de term in de wet “gemakkelijk elektronisch toegankelijk” is ook nog niet uitgekristalliseerd.