Belastingplan 2013 aangenomen door Eerste Kamer

|
Auteur:
2 min
In de vorige nieuwsbrief brachten wij u op de hoogte van een onderdeel uit het Belastingplan 2013, meer in het bijzonder het nieuwe artikel 22 bis Invorderingswet. Dat Belastingplan is op 20 november 2012 aangenomen door de Tweede Kamer en op 18 december 2012 door de Eerste Kamer.

Dit nieuwe wetsartikel wordt ingevoegd in de Invorderingswet 1990. Daarin is bepaald dat dit van toepassing is op belastingschulden die zijn ontstaan na 31 december 2012. Daarnaast geldt dat dit artikel tot 1 april 2013 niet van toepassing is met betrekking tot pandrechten en andere rechten, bedoeld in artikel 22 bis, 2e lid, van de Invorderingswet 1990, die zijn ontstaan vóór 1 januari 2013.

Wat betekent dit nu?

Voor de praktijk betekent het vorenstaande dat huidige financieringsconstructies tot 1 april 2013 niet worden geraakt door de nieuwe wetgeving. Tot die datum kunnen bijvoorbeeld financial lease overeenkomsten worden omgezet in operational lease overeenkomsten.
Toekomstige financieringen van met name kostbare bedrijfsmiddelen, die duurzaam verbonden zullen zijn met de onderneming, waarbij met name te denken valt aan machines, vorkheftrucks, meubilair, computers et cetera zullen te maken krijgen met de wetswijziging.

Voor een bank of een financieringsmaatschappij die tot en met 2012 nog (relatief) eenvoudig en risicoloos een financiering voor dergelijke zaken aan een ondernemer kon verstrekken, zal dat in de toekomst minder geschieden.

Maar ook u als leverancier, die levert onder het voorbehoud dat de eigendom pas overgaat nadat volledig zal zijn betaald (het zogeheten eigendomsvoorbehoud in de algemene voorwaarden dan wel in het contract zelf), krijgt met de wetswijziging te maken.

Overigens behoeven handelingen, die worden verricht in de normale uitoefening van het bedrijf of beroep van de belastingschuldige, niet te worden gemeld.

Op grond van het nieuwe artikel 22 bis Invorderingswet 1990 zult u, indien u niet betaald krijgt en de machine zou willen ophalen, te maken krijgen met de meldingsplicht aan de Belastingdienst indien en zodra u voornemens bent dit te doen. Melden dient te geschieden door middel van een speciaal daarvoor bestemd formulier. Dat ligt alleen anders wanneer de waarde van de bodemzaak een drempelbedrag (een bedrag van € 10.000,00) niet overschrijdt.

De Belastingdienst heeft vervolgens vier weken de tijd om de beslaglegging op en de verkoop van de zaken te effectueren. Doet de Belastingdienst in die periode van vier weken niets, dan kunt u als leverancier gewoon de zaken ophalen. Gedurende een zogeheten afkoelingsperiode tijdens een surseance van betaling of een faillissement blijft deze wetsbepaling van toepassing.
Houdt u zich als leverancier niet aan de nieuwe wetsbepaling, dan bent u verplicht het bedrag van de executiewaarde van de zaak aan de fiscus te betalen (tot een maximum van het bedrag van de vordering van de fiscus op de belastingplichtige).

Menig ondernemer is in de veronderstelling dat de regeling niet voor hen geldt. Maar zoals u in dit artikel heeft kunnen lezen: de regeling gaat verder dan de meeste ondernemers denken. Raadpleeg bij twijfel altijd uw fiscalist of advocaat. Mocht u nog vragen hebben over dit onderwerp, laat het ons weten. Wij staan u graag te woord.