Hoge Raad duidelijk over buitengerechtelijke incassokosten

|
Auteur:
1 min

Op 1 juni 2012 is een nieuwe wettelijke regeling in werking getreden inzake buitengerechtelijke incassokosten, in de volksmond ook wel de WIK genoemd. Voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten is in deze regeling bepaald, dat de crediteur verplicht is aan de consument-schuldenaar in ieder geval één schriftelijke aanmaning te verzenden met daarin een termijn van veertien dagen om alsnog de hoofdsom te voldoen. Na afloop van deze termijn is de consument-schuldenaar buitengerechtelijke incassokosten verschuldigd volgens een staffel als geregeld in deze wet. De WIK kent voor B2B-transacties deze verplichte veertiendagenbrief niet.

De afgelopen twee jaar heeft de lagere rechtspraak een eigen invulling gegeven aan het moment van verschuldigd worden van buitengerechtelijke incassokosten. Alhoewel de wettelijke regeling wat mij betreft niets aan duidelijkheid te wensen overlaat, namelijk verzending van de veertiendagenbrief is voldoende, zijn er kantonrechters geweest die hebben gemeend het verrichten van meerdere incassohandelingen verplicht te stellen voor het toewijzen van incassokosten.

De Hoge Raad maakt aan alle onduidelijkheid op dit punt een einde. In haar uitspraak van 13 juni 2014 bepaalt de Hoge Raad, dat verzending van de veertiendagenbrief in de B2C-praktijk voldoende is voor het verschuldigd worden van incassokosten en dat géén extra incassohandelingen nodig zijn. Wat mij betreft kan deze lijn worden doorgetrokken naar de B2B-praktijk. Gesteld kan worden, dat ook in de B2B-praktijk verzending van één goede schriftelijke aanmaning voldoende is voor de verschuldigdheid van buitengerechtelijke incassokosten.

Mocht u op dit onderwerp vragen hebben neem gerust contact op.

mr. B.T. van Onna

Bierens Incasso Advocaten

http://uitspraken.rechtspraak.nl/inziendocument?id=ECLI:NL:HR:2014:1405&keyword=2014%3a1405