Bij de rechter: Internationale zaken waar het hart van smelt

|
Auteur:
1 min
Als u zakendoet in het buitenland, weet u dat daar mogelijk andere regels gelden waarmee u rekening dient te houden. Contracteren, algemene voorwaarden en betalingstermijnen zijn regelmatig aanleiding voor discussies of erger. Eén van onze klanten met een afnemer in Egypte kreeg om een minder voor de hand liggende reden problemen met zijn debiteur.

Ruim 35.000 kilo kalfsharten leveren in Egypte; deze order kreeg onze klant recentelijk van zijn internationale handelspartner. Onze klant heeft de bestelling, met een keurmerk van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit, laten verschepen naar Egypte. In een grote container kwamen de bevroren harten aan op hun exotische bestemming. In de veronderstelling dat alles goed zou verlopen, had de afnemer het volledige bedrag al overgemaakt naar onze klant.

Eenmaal gearriveerd in de Egyptische haven werd de lading door de douane gecontroleerd en geweigerd. De verpakking was niet halal waardig en mocht dus de grens niet over. De container werd aan de kade onder de brandende zon opgeslagen, met als gevolg dat de levering al snel niet meer geschikt zou zijn voor consumptie.

Aangezien de Egyptische afnemer geen beweging in de zaak kreeg, bemiddelde onze klant een terugverscheping van het vlees naar Nederland. Hier kon hij de harten verkopen aan een diervoederfabrikant. De Egyptische afnemer eiste hierna echter zijn vooruitbetaalde vergoeding terug, evenals een vergoeding voor gevolgschade. Onze klant was het hier niet mee eens. Zij had immers geleverd wat was afgesproken. Uiteindelijk besloot de Egyptische afnemer onze klant te dagvaarden.

Samen met zijn advocaat kwam de Egyptische afnemer naar de rechtbank in Zutphen, waar wij een niet alledaagse zitting meemaakten. De rechter schakelde van het Engels naar het Nederlands en de Egyptische afnemer vroeg zijn advocaat voortdurend om een vertaling. Uit de antwoorden die de eisende partij gaf, bleek echter dat de vertaalslag nog te wensen overliet.

De rechter was van mening dat onze klant juist had gehandeld om de smeltende harten terug te halen naar Nederland. Het was aan de Egyptenaar om onze klant, die terecht uitging van het Weens Koopverdrag, ervan op de hoogte te stellen dat er speciale eisen gesteld worden aan leveringen aldaar. Als onze klant de harten niet had teruggehaald was de levering in zijn geheel verloren gegaan en had deze vernietigd moeten worden. Nu is er nog een minimale winst behaald door het product te verkopen aan een diervoeder fabriek. De rechter oordeelde wel dat de opbrengst van deze verkoop aan de Egyptische afnemer toekwam. Doordat onze klant wel volledig naar afspraak heeft geleverd, bleef het overeengekomen bedrag voor de levering van de harten dan ook van onze klant en werd de claim ter zake gevolgschade volledig afgewezen, wat voor onze klant een pak van het hart was.