7 Mythes van de faillissementsaanvraag

|
Auteur:
4 min

De faillissementsaanvraag wordt door ons kantoor en andere incasso advocaten regelmatig ingezet als incassomiddel. De faillissementsaanvraag is namelijk niet alleen een effectieve procedure, maar ook een zeer snelle procedure. Het is feitelijk niets meer dan een verzoekschrift aan de rechtbank van circa 2 A4-tjes waarin je de rechtbank kort uitlegt dat een bedrijf haar facturen niet betaalt, dat er meerdere schuldeisers zijn en dat het bedrijf daarom failliet verklaard moet worden.

Binnen drie weken vindt er dan een zitting plaats bij de rechtbank, waarbij de rechter beoordeelt of de desbetreffende debiteur inderdaad failliet moet worden verklaard of niet. De mondelinge behandeling van de zaak duurt vaak niet langer dan 5 minuten. Wanneer u als bedrijf een faillissementsaanvraag doet, hoeft u hierbij dan ook niet aanwezig te zijn. Uw debiteur wordt echter wel verzocht om bij de zitting aanwezig te zijn. Uw debiteur krijgt namelijk een oproep van de rechtbank om op een bepaalde datum bij de rechtbank te verschijnen, zodat hij gehoord kan worden over het verzoek tot faillietverklaring. Wij weten niet hoe het met u zit, maar wij zouden het behoorlijk benauwd krijgen van deze brief. En dat geldt ook voor veel debiteuren. Meestal komt de zaak vanaf die oproep in beweging. Onder druk van een naderend faillissement, betalen veel debiteuren alsnog. De faillissementsaanvraag wordt vervolgens ingetrokken. Het doel is dan immers bereikt: de openstaande facturen zijn betaald.

Hoewel de faillissementsaanvraag veelvuldig wordt ingezet en een effectief middel is, bestaan er echter ook veel misverstanden over de faillissementsaanvraag. Tijdens dit artikel zullen wij 7 mythes van de faillissementsaanvraag behandelen.

Mythe 1: De faillissementsaanvraag is niet bedoeld als incassomiddel

Deze mythe leeft vooral onder debiteuren en hun advocaten. Zij stellen namelijk dat een faillissement van een bedrijf volgens de wet is bedoeld om al het vermogen van dat bedrijf te verdelen onder alle schuldeisers van dat bedrijf. Als je alleen als doel hebt om je eigen vordering betaald te krijgen, maak je misbruik van het recht. De Hoge Raad, het hoogste rechtsorgaan in Nederland, is echter heel duidelijk hierover: de faillissementsaanvraag mag wel degelijk als incassomiddel worden ingezet.

Mythe 2: Een incasso advocaat mag niet dreigen

Volgens advocaten van debiteuren is het in strijd met de wet om te dreigen met een faillissementsaanvraag. Het is uiteraard niet toegestaan dat je zomaar dreigt met een faillissementsaanvraag. En terecht. Je mag er alleen mee dreigen als je de dreiging ook waar kunt maken. Omdat alleen een advocaat bevoegd is om het faillissement aan te vragen, mag ook alleen een advocaat ermee dreigen. Incassobureaus, deurwaarders en kredietverzekeraars mogen dat dus niet. Maar wij als incasso advocaat mogen wel degelijk dreigen met een faillissementsaanvraag.

Mythe 3: Bij een faillissementsaanvraag ben ik mijn geld kwijt

Dit is wat veel van mijn klanten denken. Wanneer een bedrijf failliet wordt verklaard, is er immers vaak weinig te verdelen. Dus wat levert een faillissementsaanvraag dan op? Hierbij is het belangrijk dat een faillissementsaanvraag niet automatisch betekent dat het faillissement ook wordt uitgesproken door de rechter. Het doel is om betaling af te dwingen. De meeste debiteuren willen voorkomen dat hun bedrijf failliet wordt verklaard, en zorgen er daarom voor dat ze het niet zover laten komen. Voordat de rechter daadwerkelijk het faillissement kan uitspreken, hebben zij vaak al betaald.

Mythe 4: Voor een faillissementsaanvraag moet je met z’n tweeën zijn

Deze mythe is misschien wel de meest hardnekkige mythe die ook door velen in stand wordt gehouden. Zelfs door onze eigen overheid, die op de website www.ondernemersplein.nl vermeldt dat er minimaal 2 schuldeisers moeten zijn. Maar dat is dus absoluut niet waar! Je mag het faillissement ook namens 1 partij aanvragen. Sterker nog, wij geloven dat dat in 99% van de gevallen ook echt gebeurt. Het misverstand is overigens wel logisch verklaarbaar. Wil je het faillissement daadwerkelijk uitgesproken hebben door de rechtbank, dan moet je minimaal 1 andere schuldeiser kunnen noemen. Dat vereiste volgt uit de wet dat een faillissement bedoeld is om vermogen te verdelen onder schuldeisers – meervoud. Daar komt de term ‘pluraliteit van schuldeisers’ vandaan. In de praktijk wordt dit vaak een steunvordering genoemd.

Mythe 5: De steunvordering moet de faillissementsaanvraag ondersteunen.

Ook dat is niet waar. Vaak weet degene die als steunvordering genoemd wordt bij een faillissementsaanvraag, niet eens dat hij genoemd wordt als steunvordering. Hij hoeft het faillissementsverzoek dus zeker niet actief te steunen. Het werkt vaak juist andersom. Sommige partijen die wij benaderen voor informatie over een debiteur, verbieden ons om hun naam te noemen tijdens de mondelinge behandeling van een het faillissementsverzoek. Bijvoorbeeld omdat zij al een betalingsregeling hebben lopen bij die debiteur.

Mythe 6: Je kunt beter beslag leggen

Dat is natuurlijk afhankelijk van de situatie, maar over het algemeen biedt het aanvragen van het faillissement de beste kans op betaling. Met beslagleggen wordt de boel op een bepaald tijdstip bevroren. Maar voordat je beslag kunt leggen, moet je eerst een dagvaardingsprocedure opstarten. Dit kost doorgaans meer tijd en geld dan een faillissementsaanvraag.

Mythe 7: OK, maar bij een faillietverklaring ben ik mijn geld wel echt kwijt

Wat als de faillissementsaanvraag niet het gewenste effect heeft, en mijn debiteur zich gewoon failliet laat verklaren? Dan ben ik niet alleen mijn geld kwijt, maar heb ik ook extra kosten gemaakt voor de faillissementsaanvraag, zo stellen sommige klanten.

En inderdaad, als de faillissementsaanvraag niet tot betaling leidt en het faillissement wordt uitgesproken, is de kans groot dat je vordering op de grote hoop gaat. De fiscus krijgt als preferente crediteur voorrang en voor jouw bedrijf blijft er niets over. Na een paar maanden krijg je dan het bericht dat je de vordering officieel mag afboeken…

Maar wat veel klanten niet weten, is dat de kosten die je maakt voor het aanvragen van een faillissement, hoog preferent zijn. Dat betekent dat jouw kosten in de rangorde direct na de fiscus en de curator komt, zodat de kans groot is dat jouw kosten wel degelijk worden betaald. Bovendien komt het toch echt best wel regelmatig voor dat een debiteur in hoger beroep gaat tegen het uitgesproken faillissement. Sommige eigenwijze debiteuren kunnen namelijk prima de openstaande factuur betalen, maar denken dat het toch nooit tot een faillietverklaring zal komen. Wanneer dat vervolgens wel gebeurt, wordt de openstaande factuur alsnog betaald en dan wordt het faillissement teruggedraaid.

Meer informatie

Wilt u graag meer informatie over de faillissementsaanvraag? Neem dan gerust contact met ons op. We helpen u graag verder.