Het Europese betalingsbevel: gemakkelijker, sneller en goedkoper incasseren?

|
Auteur:
1 min
De Europese Commissie onderkent dat een snelle en eenvoudige incasso van vorderingen van groot belang is voor het bedrijfsleven. Door onevenredig hoge kosten is de incasso van relatief geringe vorderingen echter vaak onrendabel. Daarom wordt op 12 december 2008 de Verordening voor een Europese betalingsbevelprocedure van kracht. Het incasseren van grensoverschrijdende vorderingen zou daarmee een stuk gemakkelijker, sneller en goedkoper moeten worden.

De aanpak

Als u een Europese betalingsbevelprocedure start, dient u allereerst een verzoek in tot afgifte van een betalingsbevel bij de bevoegde rechter. Dit gebeurt via een standaardformulier. U hoeft geen bewijsstukken mee te sturen. Na ontvangst controleert de rechter of het verzoek aan alle eisen voldoet. Er vindt geen inhoudelijke beoordeling plaats en de debiteur wordt niet gehoord. Is het aanvraagformulier correct en volledig, dan wordt er binnen dertig dagen een Europees betalingsbevel afgegeven. De rechter stuurt dit vervolgens naar de debiteur, samen met een formulier waarmee de debiteur binnen dertig dagen verzet kan aantekenen.

Verweer

Hoewel het voeren van verweer zeer eenvoudig is, leert de ervaring (met bestaande betalingsbevelprocedures in diverse landen) dat debiteuren hier in veruit de meeste zaken van afzien. Als een debiteur geen verzet aantekent, verklaart de rechter het Europese betalingsbevel na dertig dagen uitvoerbaar. Een uitvoerbaar verklaard Europees betalingsbevel kan in elke lidstaat, behalve Denemarken, rechtstreeks worden geëxecuteerd op het vermogen van de debiteur. Als een debiteur wél (tijdig) verzet aantekent, eindigt de betalingsbevelprocedure en volgt er automatisch een gewone gerechtelijke procedure in het land, waarin het verzoek werd ingediend. Als u deze niet wilt voeren, moet u dit al van tevoren op het aanvraagformulier invullen.

De kosten

De kosten van de procedure worden per land vastgesteld. Daarbij staat één ding vast: de kosten van de Europese betalingsbevelprocedure en de daaropvolgende gewone gerechtelijke procedure (bij verzet van de debiteur) mogen samen niet hoger zijn dan de kosten voor alléén een gewone gerechtelijke procedure. In tegenstelling tot een land als Duitsland, waar de kosten voor het initiële betalingsbevel zeer laag zijn, heeft de Nederlandse overheid besloten om voor het betalingsbevel evenveel in rekening te brengen als voor een gewone gerechtelijke procedure. Mocht die gewone procedure alsnog volgen, dan worden hiervoor geen extra griffiekosten in rekening gebracht. In Nederland levert het Europese betalingsbevel dus niet direct een besparing van kosten op.

Gemakkelijker, sneller en goedkoper?

De Europese betalingsbevelprocedure heeft alles in zich om een belangrijk instrument te worden voor de incasso van vorderingen op buitenlandse debiteuren. De procedureregels zijn overzichtelijk, de termijnen zijn kort en er wordt gewerkt met standaardformulieren. Bovendien bent u met het betalingsbevel nooit duurder uit dan wanneer u dit niet zou inzetten. Of de Europese betalingsbevelprocedure echt zo veel gemakkelijker, sneller en goedkoper zal zijn als de bedoeling is, zal de toekomst leren. De bedoelingen zijn goed, maar de procedure zal op basis van praktijkervaringen verder ontwikkeld moeten worden om écht een succes te zijn.