Teruggaaf BTW wordt eenvoudiger bij oninbare vordering

|
Auteur:
1 min
Als u ondernemer bent, dan heeft u te maken met btw. In de meeste gevallen wordt deze btw doorberekend aan uw klant. Deze btw moet u afdragen aan de Belastingdienst. Wanneer u een klant heeft die niet betaalt, heeft u de mogelijkheid om de afgedragen btw terug te vragen. De regels rondom het terugvragen van btw worden zowel door het bedrijfsleven als de Belastingdienst als tijdrovend en ingewikkeld ervaren. Om die reden stelt het kabinet nu voor om met ingang van 1 januari 2017 de btw teruggaafregelingen te vereenvoudigen.

Wanneer de betaalde btw terugvragen?
Als blijkt dat de vordering op uw klant (inclusief btw) niet wordt voldaan omdat deze oninbaar is, heeft u het btw bedrag over deze vordering al betaald aan de Belastingdienst. U heeft het recht om de betaalde btw terug te vragen aan de Belastingdienst. Dit is bijvoorbeeld het geval als uw klant failliet is en de curator verwacht dat er geen uitkering aan de schuldeisers kan worden gedaan. Maar wanneer kan er worden vastgesteld dat een vordering oninbaar is zodat u de betaalde btw terug kunt vragen? Op dit moment is het erg lastig om dat moment vast te stellen. Met het voorstel van het kabinet kan de btw van een oninbare vordering een jaar nadat de vordering opeisbaar is geworden, worden teruggevraagd. Meestal is dat een jaar na de vervaldatum van de factuur.

btw eenvoudiger terugvragen
Met het voorstel van het kabinet wordt het ook eenvoudiger om de btw terug te vragen. Nu moet dat nog met een apart verzoek, maar straks kan dit tegelijkertijd met de reguliere btw-aangiften. Als u achteraf toch nog een (deel)betaling ontvangt, dan moet u uiteraard de alsnog ontvangen btw aan de Belastingdienst terugbetalen. Die had u immers in mindering gebracht op uw aangifte en dat moet dus worden rechtgezet. Dit wordt dadelijk wettelijk geregeld.

Verloop wetsvoorstel
Dit wetsvoorstel is nog niet bij de Tweede Kamer ingediend. Op 12 juli 2016 is een zogenaamde internetconsultatie gestart, waarbij iedereen zijn zienswijze kenbaar kan maken. Bij het formuleren en indienen van het definitieve wetsvoorstel kan hier dan rekening mee worden gehouden.

Conclusie
Door dit voorstel wordt de teruggaaf van btw voor oninbare vorderingen eenvoudiger. De belangrijkste wijziging is dat u als ondernemer een jaar na de vervaldatum van de factuur recht heeft op teruggaaf van het betaalde btw. Bovendien is het zo dat als een in mindering gebracht btw-bedrag later alsnog (deels) wordt ontvangen, de btw daarover opnieuw (deels) is verschuldigd. Tot slot wordt de procedure om btw te claimen vereenvoudigd. Door deze wijzigingen is het de bedoeling dat ondernemers sneller en eenvoudiger de eerder betaalde btw zullen terugontvangen. Dat juichen wij uiteraard toe.