Het faillissement van een klant heeft vaak ook gevolgen voor uw eigen organisatie. U kunt er echter nu al voor zorgen dat uw bedrijfsrisico’s zoveel mogelijk beperkt blijven wanneer een klant failliet gaat. Met onderstaande tips kunt u ervoor zorgen dat uw organisatie zo min mogelijk nadelige gevolgen heeft wanneer een klant failliet gaat.

Tip 1: Eigendomsvoorbehoud afspreken

U kunt in uw contract of algemene voorwaarden afspreken dat u levert onder eigendomsvoorbehoud. Dit betekent dat de goederen juridisch gezien uw eigendom blijven totdat uw afnemer alle facturen heeft betaald. Pas als de volledige koopprijs is betaald, is uw klant de eigenaar van de goederen. Zolang u juridisch eigenaar bent van de goederen, mag u deze goederen ophalen. Dit is ook het geval wanneer uw klant failliet gaat. Niet betaalde goederen mag u dan terughalen van de failliete onderneming.

Tip 2: Pandrecht afspreken

U kunt afspreken dat er een pandrecht gevestigd wordt op de inventaris, voorraad, debiteurenvorderingen, aandelen of auto’s van uw klant. Wanneer uw klant zijn betalingsverplichting vervolgens niet nakomt, heeft u het recht om deze goederen te verkopen zodat u betaald wordt met de opbrengst hiervan. Dit geldt ook wanneer uw klant failliet gaat.

Tip 3: Een borgstelling afspreken

U kunt afspreken dat een derde partij borg staat voor uw klant. Wanneer uw klant de afspraken uit het contract niet nakomt, kunt u vervolgens een beroep doen op deze afgegeven borgstelling. Hierbij is het overigens wel van belang dat u uw klant middels een ingebrekestelling een laatste kans heeft gegeven om de afspraken alsnog na te komen. Pas daarna kunt u een beroep doen op de borgstelling.

Tip 4: Beslag vervalt bij faillissement

Om betaling af te dwingen wordt er vaak beslag gelegd op de goederen of het vermogen van de debiteur. Vaak wordt daarom gedacht dat beslag leggen een effectief middel is om de risico’s te beperken bij een dreigend faillissement van een klant. Dit is echter niet het geval. Een beslaglegging komt namelijk te vervallen wanneer het faillissement is uitgesproken.