Bestuursverbod voorkomt faillissementsfraude niet

|
Auteur:
2 min
Eerder schreef mijn collega Thomas van Berkel over het bestuursverbod na faillissementsfraude. Dit houdt in dat een bestuurder die zich schuldig heeft gemaakt aan faillissementsfraude, tijdelijk geen bestuurder (meer) mag zijn in dezelfde of een andere organisatie. Als drie jaar voor het faillissement sprake is geweest van onbehoorlijk bestuur, kan de bestuurder een civielrechtelijk bestuursverbod worden opgelegd van vijf jaar. Op 1 juli 2016 is dit civielrechtelijk bestuursverbod ingevoerd. Mijn verwachting is echter dat dit verbod op dit moment niet zal werken. In dit blog geef ik een toelichting.

Melding faillissementsfraude door curator
De curator is vaak degene die bij een faillissement onregelmatigheden constateert. Om de bestuurder aansprakelijk te kunnen stellen, moet een mogelijke faillissementsfraude gemeld worden bij het Centraal Meldpunt Faillissementsfraude. Dit kost een curator vaak veel tijd. Een curator krijgt niet altijd een vergoeding voor deze kostbare uren. Pas wanneer er na de melding bij het Centraal Meldpunt Faillissementsfraude wordt besloten dat er een (strafrechtelijk) onderzoek plaatsvindt, krijgt de curator een vergoeding voor de melding van faillissementsfraude. Omdat er in veel gevallen geen onderzoek plaatsvindt en de curator dus geen vergoeding krijgt, ontbreekt een afdoende prikkel om faillissementsfraude in alle gewenste situaties te melden. Op dit moment is fraudesignalering nog geen wettelijke taak van de curator. In het wetsvoorstel ‘Versterking positie curator’ is deze verplichting wel opgenomen. De behandeling van dit wetsvoorstel heeft echter vertraging opgelopen. Het is dus nog afwachten wanneer dit voorstel verder in behandeling wordt genomen zodat de curator wel verplicht is om faillissementsfraude te melden.

Bijzonder verwijt
Wanneer een bestuurder vijf jaar lang geen organisatie meer mag besturen, heeft dat verstrekkende gevolgen voor de desbetreffende bestuurder. Om die reden zijn er enige waarborgen opgenomen rondom het bestuursverbod. Zo kan een bestuurder alleen een bestuursverbod opgelegd krijgen als het gaat om een bijzonder verwijt aan de bestuurder. Dit kan gaan om het wegsluizen van geld, wanbestuur, het tegenwerken van de curator of betrokkenheid bij drie of meer faillissementen in drie jaar tijd. Dit is niet altijd eenvoudig aan te tonen. Bovendien dient de rechter zo’n verbod op te leggen, er zal dus een strafrechtelijke procedure opgestart moeten worden. Wanneer een rechter een bestuursverbod heeft opgelegd, dient dit te worden ingeschreven bij de Kamer van Koophandel.

Geen volledig bestuursverbod
Hoewel iemand met een bestuursverbod geen bestuurder meer mag zijn in een organisatie, geldt dit niet voor het besturen van eenmanszaken. Het is dus mogelijk dat een bestuurder met een bestuursverbod nog een eenmanszaak heeft of opstart. De wetgever is namelijk van mening dat een volledig bestuursverbod buitenproportioneel zou zijn. Ook een bestuurder met bestuursverbod moet de mogelijkheid hebben om in zijn eigen onderhoud te kunnen voorzien. Een frauderende bestuurder krijgt dus geen volledig ondernemingsverbod, ondanks de flinke schade die faillissementsfraude veroorzaakt. De schade wordt geschat op enkele honderden miljoenen euro’s tot meer dan een miljard euro, waarbij leveranciers, werknemers, banken en de belastingdienst benadeeld worden. Daarnaast mag een bestuurder met een bestuursverbod nog gewoon aandeelhouder blijven van een organisatie tijdens het verbod.

Echtgenote wordt nieuwe bestuurder?
Het is niet ondenkbaar dat bij een doorstart de echtgenoot of echtgenote van een bestuurder met een bestuursverbod, op papier de nieuwe bestuurder van de organisatie wordt. Officieel heeft de bestuurder dan geen organisatie meer onder zijn hoede, maar in feite gaat dezelfde bestuurder dan gewoon door met het runnen van de organisatie. Wees dus alert op deze constructie.

Tips bij faillissementsfraude
Gezien de grote maatschappelijk en economische schade bij faillissementsfraude is het belangrijk dat u zelf ook alert bent op faillissementsfraude. Lees hier mijn eerdere blog over faillissementsfraude, met daarin tips hoe u zichzelf kunt wapenen tegen faillissementsfraude.

Tot slot
Het bestuursverbod kan worden gevorderd voor faillissementen die vanaf 1 juli 2016 worden uitgesproken waarbij de faillissementsfraude ook na 1 juli 2016 heeft plaatsgevonden.